Wederom met de camper door het Zuid Westen van de USA ..... reizen jullie opnieuw met ons mee?

Het vliegtuig in en gaan ........ ! Morgen 5 oktober zijn we weer thuis!

Pleasanton naar San Leandro en Schiphol

Woensdag 4 oktober 2017 + donderdag 5 oktober 2017

Beiden hebben we weinig geslapen vannacht, erg vroeg wakker dus dat wordt een lange dag. Het laatste afval en half lege potjes met etenswaren weggegooid en we zijn klaar voor vertrek. Op naar de verhuurmaatschappij van Road Bear in San Leandro waar we ons rijdende huis gaan inleveren. Het is al behoorlijk druk op de weg en aan de overkant staan dikke files maar wij kunnen gelukkig wel doorrijden al gaat het soms ff stapvoets om vervolgens weer volop door te denderen op de slechte wegen. Goed alle afslagen bekijken en de goeie pakken. Staat een beetje vreemd aangegeven hier qua afslagnummers en namen, zit geen logica in maar we komen wel op de goede wegen uit en uiteindelijk kunnen we al kriskrassend wisselend van rijstroken de juiste afslag nemen. Nu rijden we in San Leandro en gaan de camper aftanken omdat de RV met een volle tank ingeleverd moet worden. We zijn benieuwd of er nog een rekening ligt van de lekke band die we moeten betalen. Verder hebben we maar iets meer dan de 3500 mijl die we hadden ingepland (en al betaald) gereden dus dat zijn de kosten niet.
Bij de balie handelen we het papierwerk af en iemand gaat in de camper kijken en de buitenkant nalopen. Geen schade maar hij snapt niet hoe het met de reserveband zit. Wat we hebben gedaan … ik kan het hem niet duidelijk maken. Nu is het wel een jongen die maar weinig Amerikaans spreekt dus daar kan het ook aan liggen.
Inmiddels komt er een groepje jongeren binnen die tezamen een grote camper hebben gehuurd. Wij hebben toch nog wel wat spullen over die we net bij de rekken binnen hebben achtergelaten. De spullen die daar staan worden weer gebruikt door andere huurders, zo hebben wij 4 weken terug hier ook gestaan om te kijken of er wat voor ons tussen zat. Ik wijs ze op de mogelijkheid en ze zijn super blij en pakken van alles wat ze wel denken te kunnen gebruiken. Van de verhuurmaatschappij heb ik toen we hier de RV kwamen ophalen gehoord dat alles wat aan het einde van het seizoen overblijft en ook al het beddengoed (slaapzakken, kussens etc.) naar de daklozenopvang wordt gebracht. Die mensen zijn er heel blij mee.
Nu moeten we nog een uurtje op wat wachten voor we tegen 11 uur samen met nog een ander stel naar het vliegveld worden gebracht dus hoeven niet met het openbaar vervoer. Super deze service. De autorit duurde erg lang en we crossen van de linker naar rechterbaan en weer terug. Overal waar een gaatje is stuurt hij bij. Wat een eind rijden is dit en ook weer veel files. Voor ons gevoel gaat het met de BART sneller maar dan heb je wel het gesleep met je koffers en tassen. We worden voor de deur van de airport afgezet. De mensen uit Duitsland, waar we overigens lekker mee hebben zitten kletsen onderweg moeten wachten tot 8 uur vanavond voor hun vlucht gaat. Dan hebben wij nog mazzel want wij vertrekken rond kwart voor 5. Onze koffers afgeleverd, door de security waar al heel wat rijen mensen staan te wachten. Hoop niet dat ik weer eruit gepikt wordt en dezelfde behandeling als op Schiphol krijg. Want dat was echt onbeschoft en wil daar wel wat mee doen als we thuis zijn. Daarna door de douane en nu nog heel wat uurtjes op het vliegveld doorbrengen voor we weg kunnen. Rustig aan doen want het wordt nog een heel lange dag/nacht. Uiteindelijk kunnen we pas gaan boarden ver na vijven en we vertrekken maar iets later dan gepland. Hebben ze toch vlot gedaan. De captain vertelt dat we veel wind en zware buien gaan krijgen en het een onrustige vlucht kan gaan worden. Naast ons is de stoel leeg dus we hebben mazzel. Drie plekken voor ons zelf dus we kunnen zonder iemand te storen opstaan en ook onze benen lekker kwijt op de middelste stoel. Vaak kruip ik weer terug naar Ruud omdat ik dan naast hem zit met bijvoorbeeld het eten en het wat gezelliger aanvoelt zo. We kijken diverse films onderweg om ons te vermaken want slapen kunnen we niet. Af en toe hebben we prachtige uitzichten op het landschap onder ons waar ik een paar foto’s van maak met mijn mobiel. We gaan nu 9 uur overbruggen in tijd. In Nederland is het 9 uur later dus daar is het onderhand al een keer nacht geweest en als we aankomen daar is het 5 oktober rond het middaguur. Inderdaad hebben we heel wat luchtzakken gehad wat niet al te prettig voelt en we toch vaak moesten blijven zitten met de gordel vast. Als we bij Schiphol in de buurt komen moeten we rondjes draaien omdat we nog geen permissie hebben om te landen. Ook het weer is onstuimig dus dat wordt waarschijnlijk een ruwe landing! Het duurt en duurt maar en zien ook het IJsselmeer waar we overheen gaan en weer keren. Uiteindelijk kunnen we landen op de Buitenveldertbaan na heel wat vertraging. Eenmaal aangekomen moeten we door de douane en die hebben toch een idioot systeem wat niet of nauwelijks werkt. Je moet bij een vrij poortje gaan staan en je paspoort scannen, zelf naar voren kijken naar een schermpje en dan moet hij je identificeren. Pas dan gaat het poortje open. De meesten staan te klungelen en het lukt gewoon niet. De rijen worden steeds langer en net nadat het bij ons met moeite is gelukt nemen ze het weer handmatig over. Dat werkt een stuk sneller. We moeten nog lang wachten op de koffer van mij. Die van Ruud was er vrijwel meteen. Zou bijna denken dat de mijne niet mee is gekomen maar gelukkig is dat niet het geval. Wel is tie kapot aangekomen jammer genoeg. We lopen daarna naar de balie van de Schiphol Taxi en melden ons aan. Een kwartiertje later komt de chauffeur en die brengt ons thuis waar we eerst koffie drinken. Het is nu rond 2 uur en ik was van plan om mijn bed in te gaan voor een paar uurtjes maar ik besluit toch maar op te blijven. Ruud gaat wat te eten halen en wat losse boodschappen. Morgen komt de rest wel. Als ik stil ga zitten val ik om dus ik ga maar door, het wordt alsmaar zwaarder dus rustig aan blijven doorgaan tot we vanavond op de bank zitten en we er af vallen. Om 9 uur lukt het echt niet meer en gaan we naar boven en slapen tot ca. 12 uur in de middag van 6 oktober. Dat hadden we ff nodig. Nu wennen aan het normale leven van alledag hier in Nederland.

Terugkijkend op onze roadtrip stellen we vast dat het ten eerste een stuk drukker was dan in 2014. Het weer was minder dan toendertijd in juni, en natuurlijk zijn de dagen wat korter qua daglicht (in september/oktober). We zijn vaak heel onverwachte plekjes tegengekomen en dat was geweldig. Ook de aanrijroutes waren weer anders dan in 2014 en het was echt heel verrassend om te rijden. (We hebben o.a. de route tegengesteld aan 2014 gereden, dus eerst naar LA en op het eind Yosemite NP waar we in 2014 juist gestart zijn.) We hebben ons wel regelmatig geërgerd aan de Aziaten die nietsontziend gewoon hun gang gaan en onbeschoft gedrag vertonen. Ben bang dat dat alleen maar erger gaat worden. Waarschijnlijk is dit voorlopig de laatste reis die we door de USA hebben gemaakt. Wie weet ooit nog een keer maar dat wordt dan een trip door het Noord Westen van de USA. We hebben echt heel mooie dingen gezien en dat hadden we ondanks de pech die we regelmatig hadden echt voor geen goud willen missen. Het Zuid Westen blijft een prachtig gedeelte van de USA. Nu gaan we nagenieten en onze foto’s eens goed bekijken. Ook heel erg leuk om te doen! Dank jullie wel voor het volgen van ons blog en tot onze volgende reis!

inpakken, opruimen en schoonmaken

Groveland (Big Oak Flat) naar Pleasanton

Dinsdag 3 oktober 2017

Alweer zo koud vannacht zo tegen het vriespunt. Het loopt echt tegen het najaar aan qua temperaturen. Ik heb sokken gedragen vannacht en dat hielp in ieder geval. Ruud heeft vanochtend steenkoude voeten en we hebben wederom slecht geslapen. Nu de kachel een tijdje aan en bijkomen. Om 9.15 uur vertrekken we en rijden nu het laatste gedeelte van de H’way 120 wat erg steil en bochtig is. Met een vaartje van 25 miles p/h rijden we de weg omhoog en omlaag al slingerend naar beneden. Bijna onze laatste dag met de RV en op weg naar de laatste camping vlakbij San Leandro. In San Francisco aangekomen nemen we de afslag bij Pleasanton en passeren daar de 3500 mijl (5600 kilometer). In de planning stond nog over de Golden Gate Bridge rijden en via Sausolito weer terug maar daar hebben we eigenlijk niet echt de tijd voor. Het is erg druk op de weg en er staan files.

We rijden naar Alameda County Fairground RV Park en parkeren onze camper. Nu een kwestie van alles uit de kasten halen, uitzoeken en over de 2 koffers verdelen. De rugtassen inpakken die met de handbagage meegaat. Daarna de camper schoon gemaakt. Het ziet er weer netjes uit en nemen nog een laatste borrel op onze vakantie en het afscheid van het Zuid Westen van de USA. In dit deel van de VS komen we waarschijnlijk nooit meer terug al is het nog zo mooi hier en we lang niet alles hebben gezien tijdens onze twee reizen door het zuidwesten.

Morgen rijden we naar San Leandro om ons huis van de afgelopen 4 weken in te leveren.


sneeuw, ijs, hoogte en herten

Lee Vining naar Groveland (Big Oak Flat) via de Tioga Road door Yosemite NP

Maandag 2 oktober 2017

Wat was het verschrikkelijk koud vannacht en vanochtend. Bij het opstaan de kachel aangezet. Het zal tegen het vriespunt zijn geweest. Ook in bed (al om half 4 wakker) liggen rillen van de kou.

Omstreeks 9 uur zijn we vertrokken en direct de 120 West op, de beroemde Tioga Road. Wat een pracht om te zien. Het is nog heerlijk rustig en we stappen uit en weer in bij bijna alle stopplaatsen in het begin. De sneeuw ligt nog langs de kanten en er ligt een laagje ijs op sommige delen van het water. Het is weliswaar maar een dun vliesje maar je ziet wel dat het gevroren heeft. Uiteraard ligt er nog sneeuw op de toppen van de bergen. Bij een ander meer krijgen we een prachtige spiegeling in het water te zien van de omliggende omgeving. We zitten af en toe op 9000 ft en passeren Lee Vining Creek. Ook wordt er hier in de meren op forel gevist. Het is hier helder en we hebben een prachtig zicht op het water. Het wordt al drukker op de weg en ook de Aziaten laten zich weer van hun beruchte kant zien. Wat een onbeschoft volk met ook nog eens hun hobby “zoveel mogelijk selfies maken op ieder moment”. Niet 1x maar tig keer in diverse posities. Ze zien niks van de omgeving maar dat is waarvoor ze zelf kiezen. Maar het is om gek van te worden. Ik kan nauwelijks een foto maken of er springt er weer 1 in beeld en blijft daar een tijd staan totdat ze uitgeselfiesd zijn. Dit is een nieuw voltooid deelwoord ter plekke verzonnen door mij!! Ze rijden je klem zodat je de parkeerplaats niet kunt verlaten. Ik krijg er echt de schurft in. Oplazeren denk ik dan of hou rekening met anderen. Is dat teveelgevraagd? Soms duik ik expres in beeld om ze te pesten hihi. Kunnen zij ook ff niks! Maar helpen doet het toch niet. Ook spreken ze geen Engels dus wat je ook zegt … het komt toch niet binnen. Heb het er helemaal mee gehad. Yosemite Valley slaan we over ook vanwege de drukte maar een deel is ook niet te bereiken omdat er in Yosemite NP meerdere brokstukken van de rots El Capitan afgebroken zijn. Er is een dode en een gewonde gevallen door een vallend stuk rots die nu de weg blokkeert. Dat is best heftig. Gelukkig hebben we de Valley drie jaar geleden al gedeeltelijk gezien dus ook de complete El Capitan. De Tioga Road hebben we toen niet naar het oosten kunnen rijden omdat de pas toen dicht zat vanwege de sneeuw. Als we ongeveer over de helft van de afstand zijn wordt de natuur anders, alleen maar naaldbomen en kale bomen, niks aan. Ben al niet zo’n naaldboom type, te saai. We komen op tijd bij de camping aan en ik kan nog even een broek uitwassen die ik in het vliegtuig aan wil. Het is bijna het einde van onze roadtrip. Ruud wil wel weer naar huis, ik soms ook wel. Het is anders dan drie jaar geleden toen we dit (gedeeltelijk) voor het eerst zagen.

We staan op Yosemite Pines RV Resort (net buiten het NP) en hebben plek B 19 gekregen aan de rand van de campground tegen een beboste helling aan en hebben al een paar herten voorbij zien komen. Het is heerlijk rustig hier, beter dan gisteren waar we aan een doorgaande weg stonden en ook zowat met de campers tegen elkaar aan. Deze camping ligt midden in de natuur maar heeft wel full hook-up. Heerlijk toch weer voor een keertje. Dit soort rustige pekken hadden we meer willen hebben. De volgende keer, als we nog een keer de VS bezoeken, ga ik het weer zelf uitzoeken of checken wat Ruud op het oog heeft. Dat zal dan het noordwestelijke deel zijn. We zien wel of die droom ooit werkelijkheid gaat worden. Als het zo verschrikkelijk druk blijft in de USA dan houdt het denk ik voor ons op want dat massagedoe willen we niet. Vanavond nog een keer spaghetti, die smaakt zo lekker als Ruud het maakt. Daar kijk je echt naar uit na een lange dag. Borden vol en happen maar. Vanavond relaxen voor we ons gaan voorbereiden op de terugreis.

Geen broodjes maar wel tufa's !

Lone Pine naar Lee Vining via Mono Lake

Zondag 1 oktober 2017

Tegenover ons op de camping staat weer een RV met een Nederlands kenteken. Ruud gaat toch eens vragen hoe het zit. Het blijkt dat deze mensen hun RV hebben laten verschepen vanaf Antwerpen naar Baltimore en ze trekken een jaar lang door de VS. Ze zijn eerst vanaf Baltimore Canada ingetrokken en gaan over een tijdje naar Florida om daar te overwinteren. Het is een stuk goedkoper om je eigen RV te laten overkomen als je een jaar gaat rondtrekken daar. Kopen is ook een optie maar dan zit je aan het einde te kijken of je je RV weer kunt doorverkopen voor een redelijke prijs. Maar de druk of je hem kwijt kut na dat jaar is groot en vaak lukt zoiets niet. Met deze camper zijn ze ook in China geweest. Daar kennen ze geen campings dus overnachtten ze op parkeerplaatsen bij ziekenhuizen, brandweerkazernes e.d. Kijk daar wordt je weer eens wat wijzer van. We hebben al eerder een RV met een Nederlands kenteken zien staan dus nu weten we ongeveer wat het had kunnen betekenen.

Tegen negen uur pas vertrokken terwijl we al vroeg wakker waren maar hebben alle tijd vandaag omdat Lee Vining niet zover weg is, maar 200 km (127 mijl). Oei … ff afkloppen want waar hebben we dit eerder gehad? Lekke band, waarschuwingslampje voor motor damage. Dat heeft veel tijd gekost. En nu maar hopen dat de Tioga Pass morgen open is. Gisteren nog even nagevraagd en de aankomende dagen is het goed weer dus waarschijnlijk mazzel. Zal je gebeuren zeg, moet je toch een omweg maken om richting San Francisco te geraken. Inmiddels is de sneeuw op de bergen ook verdwenen. Het was maar weinig maar toch nog wat gezien. In Bishop stoppen we om iets lekkers te halen voor bij de lunch bij Eric Schat's Bakery. In de wijde omgeving bekend bij zowel de Amerikanen als de toeristen. Eigenlijk een must voor ieder die daar langs komt. Het is daar groot, enorm druk en wat een keuze. Lange rijen bij de kassa. Wachttijd ongeveer drie kwartier, dus dat slaan we over. Mensen komen met zakken vol naar buiten. Jammer maar om voor een paar broodjes of zoetigheid zolang in de rij te gaan staan? We denken dat het komt omdat het zondag is en veel mensen vrij zijn. Wij gaan vlakbij de parkeerplaats waar een sportveld aan grenst op een bankje zitten en drinken onze koffie met een peanutbutter cookie erbij. Is ook lekker!

We trekken weer verder de bergen in en arriveren bij de Sherwin Summit Pass van 7000 ft. Bij Lake Crowley zien we de Long Valley Dam. Daar hebben we nog wat foto’s gemaakt en gegeten. We krijgen nog een pass: Deadman Summit van 8041 ft. En zien een klein vliegveldje genaamd “Mammoth Yosemite Airport” met wel 2 vliegtuigjes, nou nou, en een landingsbaan.

Bij Mono Lake in de buurt staat op de bewegwijzering dat de Tufa’s aan de South Side staan dus nemen we die weg er naar toe. We parkeren op een heel klein stukje asfalt net voor een grasveld. Het is klein maar het past erop. (later beseffen we dat we ingesloten kunnen komen te staan door één of andere sufferd die er niet aan denkt dat wij er ook uit moeten kunnen komen. Ai ... zou niet leuk zijn). Nu lopen we via een dirt road naar de rand van het meer. Het is evengoed nog een behoorlijke wandeling terwijl de personenauto’s al hobbelend voorbij komen. We laten bij de ingang onze parkpas zien en kunnen er gratis in.

In de South Tufa Area zie je een van de grootste verzamelingen tufa’s, en een groot deel daarvan ligt op de oever. Je kan hier dan ook tussen de prachtige kalksteenformaties lopen. Hier heeft dus ooit water gestaan. Opvallend is de aanwezigheid van ongelooflijk veel kleine, zwarte vliegen. Deze alkali flies horen tot de zeer weinige diersoorten die zich kunnen aanpassen aan het uitzonderlijk alkalische, zoute water van Mono Lake. In het water komen miljoenen 1 centimeter lange garnaaltjes (brine shrimp) voor. De alkali flies en brine shrimp dienen als voedsel voor de meer dan 80 vogelsoorten, die tijdens de migratietijd in de lente en de zomer het meer bezoeken. De watervogels kunnen hier niet in het water zwemmen vanwege hun vliezen maar wel erboven vliegen en beestjes oppikken. Ik had gehoord dat het hier enorm kon stinken maar we ruiken helemaal niks. Hoe dichter we bij het water komen hoe meer tufa’s we in het water zien staan. Het zijn er lang niet zoveel als dat ik had verwacht. Heb voorheen foto’s gezien van Mono Lake en daar stonden er enorm veel en ook heel wat hoger. Toch wel een tegenvaller. We zien zwermen vliegjes opstijgen als we langs kleine poeltjes water lopen en ze komen ook zo weer terug. Je hebt er hier geen last van zoals bijvoorbeeld wel van de sandflies in New Zealand. Die pikken op je huid en steken je lek. We dwalen tussen de versteende torentjes en ik maak foto’s, ook van de formaties in het water. Tijd om terug te gaan en hopen dat we niet ingesloten staan door één of andere slimmerd. Dus nu in rap tempo naar de RV en dan richting camping. Gelukkig hebben we een krappe meter of anderhalf manoevreer ruimte achter ons met wat diepe kuilen en kunnen er dus met wat steek werk uitdraaien.

Na ons geïnstalleerd te hebben op de camping lopen we nog een rondje en komen uit bij “Old Marina site”. Als je wat verder door zou lopen heb je ook een schitterend uitzicht over diverse Tufa's schijnt het, en kun je bij dit punt de diverse eilanden die in het meer liggen aanschouwen. Dat is voor nu te ver lopen dus dat gaan we niet meer zien. Wel zien we wat eilandjes aan de linkerkant van het meer liggen. De “Old Town” is klein en we zijn op tijd terug op de camping om voor het eten te gaan zorgen en de andere inmiddels normaal geworden dingen te doen.

Info over Mono Lake:

Tussen de bergpieken van de Sierra Nevada, ligt Mono Lake. Dit grote zoutmeer (180 km²) staat bekend om de vele grillige kalksteentorens, tufa’s genaamd. In en om het meer leven miljarden garnalen, algen en vliegen, die samen zorgen voor een zeer productief ecosysteem. Mono Lake is een populaire bestemming voor trekvogels en behoort tot de oudste meren van Noord-Amerika. In de South Tufa Area is de grootste verzameling tufa's te zien.

Gedurende het lange bestaan van het meer, zijn er grote hoeveelheden mineralen en zout vanuit de omringende bergen het water ingestroomd. De enige natuurlijke manier waarop het water weer verdwijnt, is verdamping. De mineralen en het zout blijven daarbij achter, en daardoor is het water nu 2,5 maal zo alkalisch en maar liefst 8 keer zo zout als zeewater.

Onder de bodem van het meer bevinden zich zoetwaterbronnen. Het zoete water bevat veel calcium, en dit vermengt zich met het zoute water in het meer. Het calcium verbindt zich met het zout, en deze combinatie slaat op de bodem neer in de vorm van kalksteen. Het duurt vele jaren voordat op deze manier een tufa is gegroeid. De torens in het zuidelijke deel van het meer zijn naar schatting 200 tot 900 jaar oud.

Het waterpeil: Vanaf 1941 vond een drastische afname van de watertoevoer naar Mono Lake plaats. De oorzaak was dat de stad Los Angeles vier van de vijf voornaamste stromen die eerst in het meer uitmondden, voor de watervoorziening van de stad ging gebruiken. De gevolgen voor het ecosysteem van het meer waren dramatisch; het waterpeil zakte meer dan 12 meter, en de tufa’s kwamen steeds meer boven de oppervlakte van het water uit. Een deel van de torens ligt zelfs helemaal niet meer in het water, en de groei van die tufa’s is daardoor gestopt. Pas in 1994 werd aan dit proces een halt toegeroepen; Mono Lake wordt nu beschermd, en men heeft maatregelen getroffen waardoor het waterpeil langzaam weer stijgt.

twenty mules, messcherp, pieken, passen en meten

Death Valley naar Lone Pine

Zaterdag 30 september 2017

In de avond was het wat koeler en konden tot laat buiten zitten met een briesje wind. Ook de nacht en vroege ochtend was prima te doen qua temperatuur. Eerst naar Mustard Canyon. Hier vind je een oude nederzetting voor zoutwinning (“White Gold” wordt het hier genoemd). Net ten noorden van Furnace Creek stoppen we om meer te leren en zien over de mijnhistorie van Death Valley. Je vindt daar de overblijfselen van de “Harmony Borax Works”, waar we rond een kleine boraxfabriek uit de 19e eeuw wandelen en meer informatie lezen op de borden over de mijnwerkers "twenty mule teams". In 1881 werden in Death Valley mineralen gevonden waarmee o.a. zeepproducten kunnen worden gemaakt. Twee bedrijven startten met het ontginnen van deze mineralen, Eagle Borax Works in 1881, en Harmony Borax Works in 1882. Twenty Mule Team Canyon Road, waar tussen 1883 en 1889 geregeld door 20 muilezels getrokken enorme karren reden, met daarin borax uit de nabij gelegen mijnen. Deze weg is slechts een klein stukje van de meer dan 260 kilometer die de "teams" in 10 dagen moesten afleggen. Het was destijds een gevaarlijke tocht, waar Ă©Ă©n foutje iedereen het leven kon kosten. 

De camper weer opgezocht na deze leerzame “excursie” en even later nemen we de afslag naar het westen. Er ligt nog een deken van “hitte” of ochtendnevel over de vallei, prachtig om te zien. We zitten inmiddels weer op “sea level” en gaan hierna weer klimmen. De weg naar Scotty’s Castle is afgesloten dus rijden we links aanhoudend richting Stovepipe Wells Village waar we eerst Devils Cornfield tegenkomen. Tja …. het is wat gelig begroeid hier maar verder lijkt het niet op mais.
Rechts komen we aan bij de Mesquite Flat Sand Dunes bij Stovepipe Wells. Daar zijn veel zandduinen te vinden waaronder dus o.a. de Mesquite Flat Sanddunes. Het wordt aan alle kanten door bergen omsloten. Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd komt vooral uit de in het noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains. Wat een geweldig uitzicht op de messcherpe “kanten” van de gele zandduinen. Een schitterend plaatje om te zien. We lopen een eind richting de duinen waar we op deze plek vlakbij kunnen komen. Verderop komen we bij Stovepipe Village met wat oude meuk en verder alles op het toerisme gericht. Gauw weg hier na een paar foto’s. We krijgen hier een bord te zien dat de airco uit moet vanwege de zeer hoge temperaturen tezamen met het feit dat we fors moeten gaan klimmen. De airco staat sinds eergisteren al niet meer aan tijdens het rijden en de dagen ervoor was het niet nodig vanwege de kou. Inmiddels al op 3000 ft en na niet al te lange tijd komen we bij de Towne Pass op 4956 ft (1511 meter) hoogte, links ligt de Pinto Peak die maar liefst 7508 ft hoog is  (2288 meter) en rechts de Panamint Butte van 6584 ft (2007 meter) hoog. We dalen ineens heel steil naar beneden gepaard met S bochten. Dan Panamint Springs met net daarvoor een enorme zandvlakte. Veel scheuren erin dat zijn dus de Panamint Dunes. Ook weer een fotomoment. De echte dunes zullen verderop wel beginnen maar wij zien ze niet vanaf de weg. Voorbij Panamint Springs staat een coyote langs de weg. We kunnen niet stoppen omdat er al iemand staat met een auto. We gaan klimmen door de Rainbow Canyon, onderdeel van het Darwin Plateau, rotsen, zand, diepe afgronden zonder hekwerk langs de kanten, je moet geen hoogtevrees hebben want je doet het in je broek volgens mij. We zitten weer op 4000 ft en staan bij Father Crowley Vista Point. Niet heel veel bijzonders te zien hier, wat donker gesteente waaruit de bergen bestaan. Net nog tussen de bergen waar we doorheen kronkelde zagen we diepe afgronden met geweldige uitzicht maar daar kon je natuurlijk niet parkeren. Omstreeks half 12 verlaten we Death Valley NP aan de westkant op weg naar Owens Lake waarbij op het kaartje staat (dry) dus waarschijnlijk niet meer dan een bodem te zien van wat eens een meer moet zijn (geweest). Naast ons staan er wat klein uitgevallen Joshua Trees met idem dito struikjes. Tevens een bordje dat je hier koeien tegen kunt komen. Waar hebben we dat meer gezien …. bijna overal langs de wegen zien we loslopende dieren. Ze hebben hier niet veel te eten als je het mij vraagt. We kijken tegen een enorme bergketen aan met daarop wat stukjes sneeuw. Het blijkt de Lower Centennial Flat te zijn. Bij Keeler stoppen we voor de lunch. Wat klinkt dat hè …. gewoon wat boterhammen met vleeswaren, pindakaas, enzo wat we zelf smeren en een sapje erbij. Lekker! Nu door naar Lone Pine naar de campground Boulder Creek. We rijden langs de Owens Valley en gaan eerst naar het Visitor Center voor info. Tja al die dingen die hier te doen zijn, daar hebben we geen tijd voor zoals o.a. de Alabama Hills. We zitten hier in de Eastern Sierra in California, een machtige bergketen en zo mooi om te zien. We zoeken naar de camping maar kunnen het niet vinden. Terug naar het Visitor Center, hallo we zijn er weer …. en daar sturen ze ons de andere kant op, 3 mijl en yes daar is tie. We hebben ook een andere weg gereden dan gepland vandaar dat we Boulder Creek RV Resort niet tegenkwamen. Er is nog plek over dus we reserveren voor 1 nacht op plek nr. 8. Vrij smal maar het is te doen. Nu eerst boodschappen halen voor de laatste paar dagen. Het is nu echt aftellen beseffen we. Chips van Lays á 4,89 dollar per zak (excl. taxs), belachelijk dus laat maar zitten. Maar alle boodschappen zijn hier peperduur. Het is niet anders en we doen het er maar mee (maar geen chips). Nu net terug op de campground en de RV neergezet op blokken vanwege de ondergrond die niet overal even hoog/laag is. Het was aardig wat manoevreren  i.v.m. de plek afbakende rotsblokken aan de ene kant en de laaghangende takken aan de andere kant maar we staan in ieder geval. 


Slecht water en heet!

Shoshone naar Death Valley

Vrijdag 29 september 2017

Gisterenavond koelde het behoorlijk af terwijl we maar een paar kilometer van Death Valley NP staan. Het waait hard en we weten niet wat ons te wachten staat qua hitte, geen airco tijdens het rijden aan omdat dat bij een RV in dit gebied verboden is. Voorlopig rijden we al vele kilometers op de 178 door het desolate landschap met maar liefst 1x een tegenligger. Het is heerlijk rustig rijden hier. We komen over de Salsberry Pass (3315 ft)en even later de Jubilee Pass 1290 ft). Deze weg heet de Badwater Road en de rotsen hebben veel verschillende kleuren. Het is nu rond 9 uur en de zon staat nog laag, buiten een koel briesje wat je niet verwacht in deze woestenij. De teller geeft aan dat we net de 3000 mijl zijn gepasseerd (1 mijl is 1,6 kilometer).

Yep we zijn er …. naast de Badwater Road is een enorme zoutvlakte uit, het Badwater Basin. Het is extra heet vanwege de witte zoutvlakte die de zonnestralen terugkaatsen.

Er zijn daar een aantal vlonders aangelegd zodat je een klein stukje het gebied in kan lopen. Op een bordje staat aangegeven dat het Badwater Basin zich op 85,5 meter beneden zeeniveau bevindt. Het exacte laagste punt ligt niet op deze plek maar enkele kilometers verder op de vlakte. Het is het laagste punt op het westelijk halfrond. Ergens op de rotswand naast de weg zien we een bordje waarop het SEA LEVEL wordt aangegeven. Wauww dat staat echt heel hoog aangegeven tegen de berghelling. We lopen nog een stuk door en keren nadat we toch wel voelen dat het erg heet is weer om. De waterflesjes die we meegenomen hadden zijn inmiddels leeg, dat gaat rapido. In het Badwater Basin vormt zich na een regenbui (ja die komen hier ook voor) een groot en heel ondiep meer. Het gebied droogt nooit helemaal op en in de poel kunnen toch enkele planten en dieren overleven, zoals pickleweed en de badwaterslak Ă©n er leeft hier zelfs een unieke vissoort, de Death Valley pupfish. Bij de vlonders aan het begin staat nu wel een ondiep plasje water maar geen visjes te zien. Of ze zijn zo klein dat we ze over het hoofd zien. De grote hoeveelheid zout uit het omliggende bekken zorgt er voor dat het water in de poel niet drinkbaar is vandaar de naam "Badwater" (slecht water).

We rijden weer verder (richting westen en daarna in noordelijke richting) want we hebben nog wel het Ă©Ă©n en ander op het programma staan wat we graag willen zien. Maar wat blijkt:

Devil’s Golf Course is een dirt road evenals de weg naar Natural Bridge dus die vallen af. Artist’s Drive naar Artist’s Palette mogen we helaas niet in vanwege de lengte van de RV. Wat enorm jammer want dat schijnt een prachtige weg te zijn met heel veel mooie uitzichten. Je ziet daar rotsen in allerlei kleuren (roze, groen, paars, bruin, zwart), bewijsstukken van de meest heftige vulkanische activiteiten die in Death Valley hebben plaatsgehad. Het landschap met al z'n diversiteit aan kleuren lijkt op die van een schilderspalet. Dante’s View kan ook niet vanwege de lengte van de camper. Dante's View maakt deel uit van de Black Mountains in de Amargosa Range, een vulkanisch gebied tijdens het Mesozoïcum. Vanaf dit meest hooggelegen punt in de omgeving, 1669 meter boven de zeespiegel, kan je Mount Whitney zien. De naam is een verwijzing naar de Italiaanse schrijver Dante Alighieri en zijn beschrijving van diepte van de hel in De goddelijke komedie. Rest ons dus Zabriskie Point. Eerst gaan we ons melden bij de campground in Furnace Creek. Het is bloedje heet en we vragen bij de camping waar we eigenlijk pas om half 4 kunnen inchecken of ze misschien toch full Hook up plaatsen hebben. Nu hebben we een plek zonder elektra dus geen airco het dat laatste zou toch wel fijn zijn. Kan geregeld worden maar moeten eerst naar het Visitor Center om daar te vragen voor een plek op Furnace Creek Campround. Hier in de buurt beginnen de namen bijna allemaal met Furnace Creek … Inn, Ranch, etc. Bij het Visitor Center krijgen we te horen dat we een plek kunnen uitkiezen op de Campground even verderop en na daar aangekomen te zijn vinden we een aardig plekje. Mooi …. nu weer terug en doorgeven welke plek we hebben en de andere die we al een paar maanden geleden gereserveerd hadden te cancelen. Dat wordt zomaar ff in het Visitor Center voor ons geregeld. Wat een service, dan hoeven we ook niet terug naar die andere campground. Dat scheelt weer een eind lopen in de bloedhitte én het bedrag wordt binnenkort ook teruggestort. We lopen binnendoor terug naar de camping en gaan met de RV op pad naar Zabriskie Point. Hadden we van te voren geweten dat een aantal punten die wij wilden bezoeken niet toegankelijk zijn voor ons vanwege de lengte van de RV dan hadden we misschien dit park wel overgeslagen.

We rijden een stukje vanaf Furnace Creek naar het zuiden tot aan de parkeerplaats bij Zabriskie Point en lopen het laatste stuk via een steil pad en zien dat er heel wat mensen ook een kijkje komen nemen. Het is één van de heetste plekken op aarde en kenmerkend is het pastelkleurige golvende “duinlandschap” waar zo goed als niets leeft. We treffen hier een adembenemend mooi uitzicht op een bijna onaards woestijnlandschap, de badlands! Wat een pracht aan zand en rotsformaties, we kunnen er bijna geen genoeg van krijgen. Vooral de zandduinen laten een diepe indruk achter. Je kunt hier zelfs nog een stuk naar beneden lopen zodat je ook tegen de bovenste rim aankijkt en ook verder de diepte in kan kijken. De plek is vernoemd naar de Amerikaanse zakenman en onderdirecteur van de Pacific Coast Borax Company: Christian Brevoort Zabriskie (1864 - 1936). (En Zabriskie Point is tevens de titel van een film van Michelangelo Antonioni uit 1970. Een klein gedeelte van de film speelt zich ook daadwerkelijk af op deze plaats).

Een terecht mooie afsluiter van de dag. Nu terug naar de campground en de koelte van de airco opzoeken zolang het nodig is.


Info over Death Valley:

Death Valley ligt in het zuiden van Californië en een klein deel strekt tot in Nevada.

De geologische ontwikkeling van het gebied dat nu Death Valley omvat is complex. Kort gezegd zijn er verschillende periodes geweest over de laatste 1,7 miljard jaar waarin verschillende sedimentaire lagen aangelegd werden en deels weer erodeerden. Death Valley heeft meerdere keren onder water gestaan en er is ook een theorie dat er ooit gletsjers zijn geweest.

Toen er een periode van uplift was, honderden miljoenen jaren geleden, werden vulkanen en bergen gevormd, die later door erosie over een lange periode weer afsleten tot het landschap weer glad was.

Ongeveer 16 miljoen jaar geleden begon de aardkorst in Noord-Amerika zich uit te strekken, wat twee tot drie miljoen jaar geleden ook Death Valley beïnvloedde: toen werd de vallei gecreëerd zoals die er heden ten dage min of meer uitziet. De vallei werd gedurende verschillende ijstijden gevuld met sedimentafzettingen en zelfs meren, waaronder Lake Manly.

Het woestijnlandschap dat vandaag de dag in Death Valley de boventoon voert is ontstaan uit de meren, die opdroogden doordat de Sierra Nevada ze niet langer van smeltwater voorzag. Hierdoor concentreerden zout en mineralen zich en werd Death Valley de droge, hete plek die het nu is.

Death Valley is de heetste, droogste en laagste plek van heel Noord-Amerika. De vallei bevindt zich voor een belangrijk deel beneden het zeeniveau, en wordt omringd door hoge bergtoppen die vaak met sneeuw zijn bedekt.
De unieke flora en fauna hebben zich aangepast aan de extreme omstandigheden. Je vindt hier prachtige zandduinen, uitzonderlijk mooie rotsformaties, schitterende woestijnlandschappen, kraters en ook plekken met culturele achtergronden. De hoogste temperatuur die ooit in het park werd gemeten – in juli 1913 - was 56,7 graden Celcius. De extreme hitte van Death Valley is vooral voelbaar in Badwater; deze zoutvlakte ligt 85,5 meter onder zeeniveau, en is daarmee het laagste punt van het hele westelijke halfrond.

Geen Red Rock gezien maar wel een Bighorn sheep!

Valley of Fire naar Shoshone

Donderdag 28 september 2017

Een heerlijke temperatuur zowel vannacht als vanochtend. De zon kleurt de rotsen oranje in het vroege ochtendlicht. Al voor 8 uur gaan we op pad naar de “Seven Sisters” die net na het Visitor Center liggen. Vanaf de weg kun je ze onmogelijk zonder groothoeklens op de foto krijgen. De zon schijnt op de achterkant dus ik ga er om heen en probeer ze zo goed als mogelijk vast te leggen. Het zijn prachtige rotsen met ieder weer een andere aparte vorm.

Verder naar het oosten rijden we niet meer omdat daar niet zoveel meer is te zien dus draaien we hier om via de westkant het park uit te kunnen rijden. Helaas moeten we de “Beehives” (zien eruit als bijenkorven) aan ons voorbij laten gaan omdat bij de stopplaats grote scherpe rotsblokken liggen en daar gaan wij onze banden niet aan blootstellen whaha. Dan maar door naar het einde van het park en richting Las Vegas. Tijdens deze rit krijgen we veel mooie uitzichten te zien. Eenmaal het park uit rijden we naar Las Vegas waar we bovenlangs (noordkant dus) via de I 15, de 215 naar de 159 waar de “loop” van de Red Rock Canyon NP begint. Ik loods Ruud naar de goeie plek en hebben weinig last gehad van de drukte van het verkeer in LV. Wat staan hier veel politiemensen (met auto’s) te controleren. Veelal met motoren die ze inzetten om de hardrijders aan te houden nemen we aan. Hier komt de 159 met de afslag naar het park. Er staat een gigantische rij auto’s voor de ingang te wachten en ook zien we in de verte dat het bij het Visitor Center erg druk is. Wat nu …. blijven wachten en dan hopen dat als we er over een uur doorheen zijn dat er nog plek voor een RV is bij de stopplaatsen zodat je kunt genieten? Kont aan kont rijden, en we zien de rode rotsen rond het middaguur niet op zijn mooist? We besluiten uit de wachtrij te gaan en de weg weer op te draaien. Onderweg nog een laatste stukje van de Red Rock Canyon gereden maar geen rode rotsen meer te zien want die liggen uiteraard in het park. We zijn we nog even uitgestapt bij een mooi punt en een stuk gelopen. Weer onderweg in de RV ontdekt Ruud een Bighorn Sheep tussen de rotsen. Hij is nauwelijks te zien want zijn kleuren gaan op in het landschap, een mooie camouflage. Nu rijden we al kilometers door de woestijn van Nevada en straks steken we de grens met California over. Wat is Las Vegas een smerige stad om te zien. Er is werkelijk niks aan. Kan me goed voorstellen dat veel inwoners de casino’s opzoeken of over de Strip en Fremont Street lopen want verder is het een gore dampende stinkstad. (Sorry voor degene die de stad zelf geweldig vinden en er zelfs gaan trouwen). Drie jaar terug zijn we er ook geweest en toen viel het voor ons ook al tegen behalve het Bellagio was wel leuk om te zien met het waterorgel. Voor de rest ….. je moet het een keer gezien hebben als je er toch in de buurt bent. Dan kun je er ook over meepraten hihi!

We naderen Pahrump waar we linksaf slaan naar de NV-372 W . Eerst op een parkeerplaats even de inwendige mens verzorgen doormiddel van brood en water. We zijn niet op rantsoen hoor ….. we hebben vleeswaren en pindakaas erop. O ja de pindakaas … merk Jif, extra crunchy dus met extra veel en grotere stukjes pinda erin en een pot van 1,3 kilo. Dit is onze tweede pot al. Heerlijk op geroosterd brood in de ochtend en middag. Nog zo’n 22 mijl te gaan naar Shoshone waar we ruim op tijd kunnen arriveren en dan kunnen we misschien wassen, de pool in, douchen etc. Nu eerst nog tanken voor we morgen Death Valley ingaan. Wat is het hier duur, 2 dollar meer per gallon dan in het plaatsje Pahrump. Ook het voedsel is schrikbarend duur. Het is niet anders … 4,56 dollar per gallon. Op de camping aangekomen vertelt de beheerster dat we beter in Pahrump of daar nog vóór onze boodschappen hadden kunnen doen en tanken. Hier is bijna niks te krijgen, een klein winkeltje en een tankstation en daar moeten ze het hier mee doen. Nou ja, getankt hebben we al en voor een dag of wat hebben we nog eten in de koelkast en vriezer.

We zijn heel benieuwd wat ons morgen te wachten staat in Death Valley! Nu ff genieten van de rust hier. Eten, afwassen, douchen, foto’s uploaden, batterijen opladen, lezen. De tijd vliegt om wat dat betreft. We vervelen ons geen moment.

Info over Valley of Fire:

Het landschap van Valley of Fire State Park is op dezelfde manier ontstaan als dat van de Red Rock Canyon National Conservation Area. Vroeger bevonden zich hier enorme zandduinen, die bedekt werden door andere zandlagen. Het enorme gewicht zorgde ervoor dat de onderste lagen versteenden. Miljoenen jaren later kwamen de versteende lagen weer aan de oppervlakte, en werden zo blootgesteld aan de krachten van wind- en watererosie. Hierdoor zijn allerlei prachtige, grillige vormen ontstaan. De ijzerhoudende mineralen in het zandsteen kwamen in aanraking met de lucht, en zijn daardoor gaan oxideren. De rotsen hebben hieraan hun rode, gele en roze kleuren te danken; vooral tijdens zonsopgang en zonsondergang komen de kleuren erg mooi uit. Het park heeft hieraan de naam "Valley of Fire" te danken.

Pech maar ook mazzel, zoet en fire

Grand Canyon North Rim naar Valley of Fire

Woensdag 27 september 2017

Gisterenavond was het weer blauwbekken dus opnieuw de kachel aan waardoor het ook aangenamer voelde om in bed te stappen. Om kwart voor 6 eruit voor de eerste beker koffie, aankleden, wassen etc. Rare volgorde maar het is te koud om in je nakie te gaan staan dus dat doen we later wel als we bij het toiletgebouw zijn. Wel vroeg ontbijten zeg ….  het is nog maar half 7 en krijg het nauwelijks weg. Om kwart over 7 is alles weer afgewassen, ingepakt, vastgesnoerd, kastjes gecheckt of ze wel dicht zijn geklikt en ready to go. Voel me af en toe net een stewardess haha. Het is buiten iets minder koud maar als we de camping verlaten begint het licht te spetteren. Ook is het bewolkt dus we hebben de afgelopen twee dagen toch getroffen met alleen half bewolkt weer. We hebben een lange rijdag voor de boeg vandaar dat we al zo vroeg op pad zijn. We hebben nl. geen camping kunnen reserveren want bij alle campings is het daar “first come, first serve” dus we hopen dat we nog een plekje kunnen bemachtigen.  Op de weg terug uit het NP zien we heel veel herten die grazen op de meadows. Ze zijn klein vergeleken met die we in Nederland hebben. Ook kunnen we hier bizons tegenkomen maar ik schat de kans op nihil oftewel 0,001 %. De berkenbomen, bijna de enige soort die je hier ziet als loofboom tussen de naaldbomen, kleuren prachtig geel. O ja gisteren zagen we tegen de bergwand ook een gedeelte met roodgekleurde bladeren maar welke soort bomen dat zijn weet ik niet maar ik zou het prachtig vinden om ooit de Indian Summer mee te maken. Verderop ….  wat een verwoesting, wat een kaalslag, zoveel bomen waar de takken vanaf zijn, zwartgeblakerd, de toppen verdwenen zijn door de grote brand die in 2000 hier gewoed heeft.  Het is een treurige aanblik. Veel branden (brandjes) ontstaan door blikseminslag. Troosteloos om te zien wat voor een ravage dit veroorzaakt. Na een uur zijn we bij Jacob Lake waar we de 89A N opgaan richting Fredonia. Dit hele stuk tot aan Hurricane hebben we 3 dagen geleden ook gereden. Wauw we rijden het bos uit en hebben een prachtig uitzicht over de bergwand die mooi kleurt door de zon die net even tevoorschijn komt en er op schijnt. We zijn al 4000 ft gezakt in hoogte t.o.v. de Grand Canyon en zijn bijna bij Fredonia waar de tellerstand uitkomt op net over de 20.000 mijl en hebben zelf nu totaal 2600 mijl gereden. Nu een  kwestie van doorkarren, dit gebied hebben we al gezien en het is hier vrij vlak met almaar desert. De lucht is opgeklaard als je richting het noorden en het oosten kijkt.  Het gaat lekker zo. Net 20 mijl nadat we getankt hebben en de 20.000 zijn gepasseerd begint er een lampje op het dashboard te branden waarvan we niet weten waarvoor die dient. We kijken in de boekjes die meegeleverd zijn maar daar staat helemaal niks in over dit soort dingen. Dan maar terugrijden naar het dichtstbijzijnde  tankstation en vragen wat het kan zijn. Uitgelegd wat er aan de hand is en ze gaat mee om te kijken en zegt dat het misschien gaat om een servicebeurt omdat we net de 20.000 mijl zijn gepasseerd en het oliepeil (dat lampje brandde niet) en het motorgeluid ook goed is en het dus geen probleem kan zijn met de motor zelf. Allemaal vreemd zo en is echt niet ontspannen rijden. Zo balen ….  nu dit weer en dan nog zo’n lange rit naar de Valley of Fire voor de boeg waar we eventueel Road Bear kunnen bellen. Nee dat gaan we niet doen. We gaan een Ford garage hier in de buurt opzoeken. Bij een garage verderop gevraagd waar we die kunnen vinden en die is gelukkig vlakbij waar we nu zijn nl. in St. George. We rijden verder en gaan de I 15 S op en nemen de 5de  afslag van St. George (op goed geluk) en Ruud ziet daar direct een groot bord met Ford erop net langs de snelweg….. mazzel hebben dus.  Daar opnieuw uitgelegd en iemand komt met een apparaatje die hij even aansluit. Hij vermoedt dat er een vuiltje in de cilinder zit en het heeft dus niets te maken met een servicebeurt na 20.000 mijl. Het lampje is nu ook uit (motorbloklampje) en een pak van ons hart dat we nu gewoon door kunnen gaan zonder spanning. We kunnen weer genieten van de mooie bergen en rotsen langs dit stuk van de I 15 S. Heel apart de vormen en kleuren en ook de hoogte is gigantisch. Van Arizona naar Utah en weer terug naar Arizona en nu rijden we Nevada binnen. De afgelopen 3 dagen hebben we de GPS gebruikt als navigatie. In het Engels gaat het prima met juffie maar vandaag hebben we het op Nederlands ingesteld en dan wordt het een suffie. Voorbeeld: I 15 South maakt ze I 15 Zoet van en Valley of Fire spreekt ze uit als Valley of Viere, whaha. Morgen maar weer omzetten naar Engels.

De Valley of Fire komt in zicht en we gaan aan de oostzijde het park in. We zien hier de “Seven Sisters” en besluiten die morgen op de foto te gaan zetten en nu door te rijden. Bij het Visitor Center gevraagd naar een camping waar ze een full hook-up of electra en water hebben. Yep, op Atlatl Rock Campground niet ver hier vandaan. Het is behoorlijk warm geworden. We krijgen uitleg hoe we er moeten komen (2 mijl verderop ligt het) maar zien de campground niet verschijnen. Op een parkeerplaats heb ik het aan de hand van de map (Valley of Fire map) aan iemand gevraagd. Blijken we dus op een heel andere weg te rijden. Weer terug en Ruud heeft het er helemaal mee gehad. Hopen dat we op tijd zijn voor nog een plekje. Kilometers teruggereden via een prachtige route, maar Ruud concentreert zich op de smalle bochtige  hoog en weer omlaag weg en is boos.  Uiteindelijk bij de campground aangekomen blijkt er nog voldoende plek te zijn. We kiezen nummer 25 en zetten eerst maar eens koffie. Het is hier heet en we kleden ons om, lekker na zoveel dagen kou! Daarna hebben we de route naar de White Domes gereden, waar we net ook al op reden oh oh.  Ik ben al lang blij dat Ruud dit evengoed nog wil doen. Hij kan zelfs nog een beetje genieten van de uitzichten op de weinig stopplaatsen die er zijn. En ik geniet en spring steeds de RV uit en maak foto’s en gauw er weer in en verder naar het volgende punt. De White Domes Road eindigt bij een hoge, kleurrijke zandsteenformatie waar we omdraaien en terugrijden  naar de campground. We hebben al betaald via een envelopsysteem. Ik maak nog even een praatje met de buurvrouw waarvan ik iets had geleend om aan te geven dat deze plek al bezet is en daarna drinken we bier en wijn.

Wat ons nog het meest heeft verontrust met dat lampje wat bleef branden was dat we een andere camper zouden krijgen en deze achterlaten. Nou ….   dat wordt uren wachten eer er een andere camper komt. Dan alle spullen bij elkaar zoeken en de RV uitruimen en de nieuwe weer inruimen. Maar gelukkig is dat niet nodig gebleken. Misschien als we Road Bear hadden gebeld dat het dan wel zo was gelopen. Je mag nl. niets zelf doen en alleen met hun toestemming een door hen uitgezocht bedrijf laten komen. Dat hebben we met de lekke band ook gehad.

We staan hier op een schitterende plek omringt door rotsen die mooi rood opkleuren. De spaghetti was lekker en nu koffie en daarna de afwas wegwerken. Dan de foto’s nog uploaden en de batterijen van toestel, laptop en foons opladen. We krijgen een prachtige zonsondergang te zien. Wel heel rap wezen want de zon zakt heel snel achter de bergen weg. Morgen gaan we eerst naar de oostkant van het park en rijden dan van daaruit naar het westen.